Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koning Zedekia zeide tot Jeremia: Ik ben bevreesd voor de Joden, die tot de Chaldeen [39]gevallen zijn, dat [40]zij mij misschien in [41]derzelver hand overgeven, en zij den spot met mij drijven. 39. Gelijk boven hfdst.37 vs.13. 40. De Chaldeen. 41. Afgevallen Joden.